Een paar puntjes om op te letten bij het maken van flitsfoto’s in een huiskamer …
1. Het onderwerp niet te ver weg
Een ingebouwde flitser geeft voldoende licht op een meter of twee tot een meter of vier. Verder weg wordt snel te donker en veel dichterbij geeft vaak een overbelichting.
2. Zoom niet te veel in
Een objectief laat bij inzoomen minder licht door dan uitgezoomd. Een ingebouwde flitser komt zoals we net zagen toch al niet zo ver dus op je stoel blijven zitten en inzoomen geeft minder fraaie foto’s dan uitzoomen en naar je onderwerp toe lopen.
3. Bestaand licht gebruiken
De meeste camera’s hebben wel een soort invulflitsfunctie.
De camera gaat in die stand gewoon flitsen maar zal ook meer rekening houden met aanwezige licht zoals kaarsen of sfeerverliching door automatisch wat langer te belichten.
Maar pas op, zo’n foto kan bijna nooit zomaar ‘uit de hand’ worden gemaakt. Plaats de camera daarom op een statief(je). Daarnaast zal door die langere belichtingstijden een bewegend onderwerp niet scherp op de foto komen.
4. Een extra flitser voor betere resultaten
Op de meeste spiegelreflexcamera’s en uitgebreide compactcamera’s kunt u een grote externe flitser schuiven. Met eventueel een diffuser op zo’n flitser kan indirect via een witte muur of plafond veel minder contrastrijke en dus vaak sfeervollere foto’s worden gemaakt.
5. Rode ogen
Een donkere omgeving, inzoomen op een te grote afstand en tragere pupilwerking door alcoholgebruik geven veel meer kans op het rode ogen effect. De eerder genoemde extra flitser en de anti-rode-ogen-functie op uw camera verkleinen dit effect aanmerkelijk. Met een goed fotobewerkingsprogramma op uw computer kunt u gelukkig achteraf altijd de storende rode gloed netjes verwijderen.
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.