Deel II in de serie : ‘De digitale camera’ …
Het hart van een digitale camera, de lichtgevoelige chip (in de meeste gevallen van het type CCD) is ongeveer even groot als een vingernagel.
Op dat uiterst kleine oppervlak zijn vaak minimaal enkele miljoenen sensors ondergebracht. Deze sensors zijn, ongeveer zoals de pixels op computermonitor, in rijen en kolommen gerangschikt. Elke rij van een lichtgevoelige chip bestaat uit duizenden rijen sensors en veel modellen hebben duizenden van die rijen.
Als al deze sensoren op dezelfde manier op het invallende licht zouden reageren, zoudt u met bijvoorbeeld een CCD, en daarmee dus met een digitale camera alleen maar zwart-wit foto’s kunnen maken. Omdat het voor de hand ligt dat er naar kleurenfoto’s wordt gevraagd, werden verschillende soorten sensors ontwikkeld.
Net zoals in het menselijk oog reageren bepaalde sensors van een CCD alleen maar op de golflengte van rood licht, andere sensors reageren alleen op groen licht en weer andere alleen op blauw licht. Op grond van het feit dat het menselijk oog gevoeliger is voor groen licht, beschikt elke CCD of CMOS over meer sensors die gevoelig zijn voor groen licht dan voor rood en blauw licht.
Die drie opgenomen soorten licht worden vervolgens ingedeeld in 256 helderheidniveaus Uit de combinatie van alle drie de kleurwaarden volgt dat er 256×256×256 of wel 16,7 miljoen kleuren mogelijk zijn, wat voldoende is om het gefotografeerde object in echte kleuren weer te geven.
Om de gehele opname op de juiste wijze te kunnen reproduceren zijn ook helderheidwaarden nodig. De CCD filtert deze automatisch uit de drie golflengten. De chip zet deze waarden om in digitale signalen zodat de digitale camera over alle relevante informatie beschikt.
Serie ‘De digitale camera’ ...
« deel I : Zo werkt een digitale camera
» deel III : Video CCD
Op dit artikel kan niet gereageerd worden.